Anatomie van het oog
Het oog nader bekeken
Het oog is als een camera, het licht dat binnenvalt wordt via een lenzenstelsel geprojecteerd op het netvlies. Het netvlies zendt de signalen, via de oogzenuw door naar de hersenen. Door de samenwerking tussen het oog en de hersenen kunnen we zien.
Doorsnede van het oog
Het oog heeft een gemiddelde lengte van 22 - 23 mm en weegt ongeveer 7.5 gram. Rondom het oog bevindt zich de harde oogrok die voor de stevigheid van het oog zorgt.
De totale brekingssterkte (deze worden aangegeven in dioptrieën) van het oog ligt tussen 58 en 65 dioptrieën, verdeeld over de ooglens (±20 - 22 dioptrieën) en het hoornvlies (± 40 - 45 dioptrieën).
Het voorste oogsegment
Dit is het voorste deel van het oog. Het voorste oogsegment betaat uit de harde oogrok (Sclera), een vaatvlies (Chorioidea), het hoornvlies (Cornea), het regenboogvlies (Iris), de ooglens (Lens Cristalina), een ringspier (Corpus Ciliare) en het glasachtig lichaam (Corpus Vitreum). De ruimte tussen het hoornvlies en de ooglens is gevuld met kamerwater. De opening tussen de twee delen van de iris is de pupil, het zwarte 'gaatje' van de ogen.
Het voorste oogsegment werkt als de lens en het diafragma van een camera. Zowel de lichtbreking als de lichtsterkte wordt aangepast en zorgen samen voor een scherpe afbeelding.
Voorste oogsegment
Het achterste oogsegment
Dit bevindt zich aan de achterzijde van het oog. Het achterste oogsegment betaat uit de harde oogrok (Sclera), een vaatvlies (Chorioidea), de netnvlies (Retina) en de oogzenuw (Nervus Opticus).
Het netvlies werkt als de sensor van een fototoestel. Hier wordt alle informatie opgeslagen om vervolgens verwerkt te worden door een chip, de hersenen.
Het netvlies bevat ongeveer 127 miljoen staafjes en kegeltjes. Het meerendeel van de kegeltjes bevindt zich in het centrum van het netvlies, de gele vlek (Macula Lutea). De kegeltjes zijn gevoelig voor licht- en kleurenzien. De staafjes (ongeveer 120 miljoen) zijn verantwoordelijk voor de waarneming in het donker en van opzij. De staafjes en kegeltjes worden gevoed door de bloedvaten in het vaatvlies.